Repertoire

Duizend Bloemen
(Plechtstatig, maar met ironie)
Delft hoe moet ik je noemen?
Hoe kan ik jou ooit voldoende roemen?
Delft, want jij bent zoveel tegelijk,
Dat ik voortdurend mijn ogen uitkijk!
In deze stad bloeien duizend bloe- - - men.

(Vlotter)
Prachtstad prinsenstad kennisstad Koningsstad.
Delft aan de Schie kop van de Vliet, voor jou zing ik dit lied
Museumstad historiestad oude en nieuwe gloriestad
Van Haantje tot Kruithuis
De Graaf tot De Hout
Jij voelt mij zo vertrouwd.

Waar Hugo met zijn wijze blik
Het marktleven gadeslaat
En de Ouwe Jan na een eeuw of zeven
Altijd even scheef nog staat.

Toeristen met hun reisjesstad,
Rondvaartstad, ijsjesstad,
Stad van oranje, stad van het blauw,
Ik ben verknocht aan jou!

Giststad, bierstad, lijm en cultuurstad
Delft tussen kassen Delft in het groen,
Wat zou ik zonder doen?

Toekomststad, studentenstad
TU-stad en monumentenstad
Stad van de tegels maar ook TNO,
Jij kleurt mijn leven zol

Waar ’t koningshuis sinds jaar en dag
Zijn laatste rustplaats weet
En de roeiers door de Schie heen schieten,
Kleddernat van water en zweet.

Kades stad, bootjesstad
Kamperen in je blootje stad
Stad van oranje, stad van het blauw,
Ik ben verknocht, ben uitgezocht,
Ik ben verknocht,
Aan jou!

1. Delftlied
Ga ik door jouw oude straten
De grachten of Agathaplein
Dan loop ik weer te genieten
Van de dingen die er zijn
Zie ik daar de Oude Jan staan
Door de jaren scheef gezakt
Dan ben ik daar nog heel trots op
Op die fijne binnenstad

Refrein:
Mooie stad aan de Schie
Wanneer ik jou weer zie
Gaat mij hart wat sneller slaan
Stad van de prinsen en het Delfts blauw
Wie jou gezien heeft vergeet dan niet gauw
Jij bent een juweel, zo zijn er niet veel
Mijn Delft, mooie stad aan de Schie

Op het marktplein staat te pronken
De Nieuwe kerk zo hoog en slank
Klokken spelen een leuk wijsje
Zingen met kristallen klank
Even verder een terrasje
Op die mooie Beestenmarkt
En dan drink ik daar een pilsje
Op die fijne binnenstad

Refrein

Accordeon ------? koor: la la la
Jij bent een juweel, zo zijn er niet veel
Mijn Delft, mooie stad aan de Schie

2. Mandolinen in Nicosia
Refrein:
Mandolinen zongen zacht in Nicosia
In het middernachtelijk uur onder een hemel van azuur
Mandolinen zongen zacht in Nicosia
Hun exotische muziek, in een nacht vol romantiek
Mandomandolinen in Nicosia
Mandomandolinen voor Maria

De druivenplukkers trokken door het land
Andreas nam Maria bij de hand
Ze dansten en ze dronken een paar glazen
Maria raakte spoedig in extase
Het werd een nacht vol hartstocht en vol vuur
Tot aan het vroege morgenuur

Herhaal Refrein

Maar druivenplukkers trekken altijd voort
En zoeken hun geluk van oord tot oord
Maria ligt nu 's nachts te vergeefs te wachten
Gepijnigd door wanhopige gedachten
Andreas heeft z?n nieuwe avontuur
Ergens in een druivenschuur

Herhaal Refrein

Mandomandolinen in Nicosia
Mandomandolinen voor Maria

3. ROOSJE M’N ROOSJE
Hij vergeet nooit die eerste ontmoeting
En hij weet nog precies wat ze zei
Hij vergeet nooit toen zij in z’n armen
Voor ’t eerst zei “de liefste ben jij”
Hij vergeet nooit die nacht na de trouwdag
Haar grapjes, haar ernst en haar trouw
En hij weet nog precies hoe ze lachte
Toen hij zei “k maak een liedje voor jou”

Refrein:
Ik geef je een roosje m’n Roosje
Ik geef je een roos elke dag
En ik hou van jou, tot de wei zonder dauw
En de echo niet lacht om een lach

Ik zag ze zo vaak in ons straatje
Een oud heel tevreden lief paar
Als het strand bij de zee waren zij met z’n twee
Want ze hielden zoveel van elkaar
Ieder kind wist, van hem kreeg je dropjes
En zij gaf de kleinste een zoen
Ze schuifelden saam naar het hoekje
En hij zong z’n liedje van toen

Refrein

Nu loopt hij alleen door ’t straatje
En staat stil bij de dropjesdrogist
Hij koop daar wat snoep voor een kleintje
Dat niet weet dat hij oma zo mist
Dan plukt hij een roos uit een tuintje
Dat mag want men kent zijn verdriet
Dan zet hij die bloem bij haar steentje
En zingt dan heel zachtjes haar lied

Ik geef je een roosje m’n Roosje
Ik geef je een roos elke dag
Geen uur gaat voorbij of je bent dicht bij mij
Ik kom nu heel gauw als het mag

4. Mag ik dan bij jou
Als de oorlog komt
En als ik dan moet schuilen
Mag ik dan bij jou?
Als er een clubje komt
Waar ik niet bij wil horen
Mag ik dan bij jou?
Als er een regel komt
Waar ik niet aan voldoen kan
Mag ik dan bij jou?
En als ik iets moet zijn
Wat ik nooit geweest ben
Mag ik dan bij jou?
Mag ik dan bij jou schuilen
Als het nergens anders kan?
En als ik moet huilen
Droog jij m'n tranen dan?
Want als ik bij jou mag
Mag jij altijd bij mij
Kom wanneer je wilt
Ik hou een kamer voor je vrij
Als het onweer komt
En als ik dan bang ben
Mag ik dan bij jou?
Als de avond valt
En 't is mij te donker
Mag ik dan bij jou?
Als de lente komt
En als ik dan verliefd ben
Mag ik dan bij jou?
Als de liefde komt
En ik weet het zeker
Mag ik dan bij jou?
Mag ik dan bij jou schuilen
Als het nergens anders kan?
En als ik moet huilen
Droog jij m'n tranen dan?
Want als ik bij jou mag
Mag jij altijd bij mij
Kom wanneer je wilt
Ik hou een kamer voor je vrij
Mag ik dan bij jou schuilen
Als het nergens anders kan?
En als ik moet huilen
Droog jij m'n tranen dan?
Want als ik bij jou mag
Mag jij altijd bij mij
Kom wanneer je wilt
'K hou een kamer voor je vrij
Als het einde komt
En als ik dan bang ben
Mag ik dan bij jou?
Als het einde komt
En als ik dan alleen ben
Mag ik dan bij jou?
5. Edelweiss
6. TULPEN UIT AMSTERDAM
Als de lente komt, dan stuur ik jou
Tulpen uit Amsterdam
Als de lente komt, pluk ik voor jou
Tulpen uit Amsterdam
Als ik wederkom, dan breng ik jou
Tulpen uit Amsterdam
Duizend gele, duizend rooie
Wensen jou het allermooiste!
Wat mijn mond niet zeggen kan
Zeggen tulpen uit Amsterdam

Jan uit de polder zei: “Antje”
Ach kind, ik mag je zo graag!
Hoe moet dat nou, liefste Antje?
Morgen ga ik naar Den Haag!
En bij de oeroude molen
Klonk onder ’n hemel zo blauw
Ik heb je zo lief en jij hebt mij lief
Ach Antje, ‘k blijf jou altijd trouw!

Als de lente, komt …………………….

7. Sjakie van de hoek
Ik denk nog vaak, aan kleine Sjaak
Groot in 't kattekwaad
Vlug als kwik, de held, de schrik
Van de buurt en onze straat
Spijbelaar, altijd klaar
Voor 't gappen van een koek
Een ruit kapot, dat was een schot
Van Sjakie van de Hoek
Hij stal voor ons likeurbonbons
En iedereen werd ziek
En als men thuis vroeg hoe dat kwam
Verklikte je 'm niet
Maar aan oma, die alleen was
Bracht hij dagelijks een bezoek
Dat was hij wiens hart van goud was
Dat was Sjakie van de hoek
Ik denk nog vaak, aan kleine Sjaak
Groot in 't kattekwaad
Vlug als kwik, de held, de schrik
Van de buurt en onze straat
Spijbelaar, altijd klaar
Voor 't gappen van een koek
Een ruit kapot, dat was een schot
Van Sjakie van de hoek
En ieder ging z'n eigen weg
En Sjakie werd soldaat
Voor miljoenen en voor Sjaak
Kwam de vrede veel te laat
Z'n zoontjes zijn precies als hij
Half lief en half piraat
De één heet Sjors, de ander Sjaak
Toe, maak ze geen soldaat
Ik denk nog vaak, aan kleine Sjaak
Groot in 't kattekwaad
Vlug als kwik, de held, de schrik
Van de buurt en onze straat
Spijbelaar, altijd klaar
Voor 't gappen van een koek
Een ruit kapot, dat was een schot
Van Sjakie van de hoek
Een ruit kapot, dat was een schot
Van Sjakie van de hoeK
8. IK HOU VAN HOLLAND
Holland, met je koetjes en je weiden
Ik mag jou zo gaarne lijden
Met je molens aan de vliet
Holland, al trek ik naar vreemde stranden
En doorkruis ik alle landen
Jou vergeten doe ik niet

Refrein:
Ik hou van Holland
Landje aan de Zuiderzee
Een stukje Holland
Draag ik in m'n hart steeds mee
Daar waar die molens draaien
In hun forse kracht
En waar de bollen bloeien
In hun schoonste pracht
Ik hou van Holland
Met je bossen en je hei
Jouw blonde duinen in een bonte rij
Op heel deez’ grote aard
Al ben ‘k van huis en haard
Is ’t kleine Holland
Mij het meeste waard !

Holland, wat een schoonheid hij kan schenken
Is geen plekje te bedenken
Waar ‘k het ooit zo heerlijk vond
Denk ik aan je mooie zee en stranden
Blijf ik hou mijn hart verpanden
Al ga ik de wereld rond

Refrein:

9. BRABANT
Een muts op m'n hoofd
m'n kraag staat omhoog
't is hier ijskoud
maar gelukkig wel droog
de dagen zijn kort hier
de nacht begint vroeg
de mensen zijn stug en d'r is maar een kroeg
als ik naar m'n hotel loop, na een donkere dag
dan voel ik m'n huissleutel diep in m'n zak
Refr.
en ik loop hier alleen in een te stille stad
ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht
en dan denk ik aan brabant, want daar brandt nog licht
ik mis hier de warmte van een dorpscafe
de aanspraak van mensen met een zachte 'g'
ik mis zelfs 't zeiken op alles om niets
was men maar op brabant zo trots als een fries
in 't zuiden vol zon, woon ik samen met jou
't is daarom dat ik zo van brabanders hou
Refr.
Ik loop hier alleen in een te stille stad
ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht
en dan denk ik aan brabant, want daar brandt nog licht
De peel, en de kempen en de meijerij
maar 't mooiste aan brabant ben jij , dat ben jij
Ik loop hier alleen in een te stille stad
ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht
en dan denk ik aan brabant, want daar brandt nog licht
en dan denk ik aan brabant, want daar brandt nog licht
en dan denk ik aan brabant, want daar brandt nog licht
10. IK ZOU WELEENS WILLEN WETEN
Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de bergen zo hoog
Misschien om de sneeuw te vergaren
Of het dal voor de kou bewaren
Of misschien als een veilige stut voor de hemelboog
Daarom zijn de bergen zo hoog
Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de zeeen zo diep
Misschien tot geluk van de vissen
Die het water zo slecht kunnen missen
Of tot meerdere glorie van God die de wereld schiep
Daarom zijn de zeeen zo diep
Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de wolken zo snel
Misschien dat 't een les aan de mens is
Die hem leert hoe fictief een grens is
Of misschien is het ook maar eenvoudig een engelenspel
Daarom zijn de wolken zo snel
Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de mensen zo moe
Misschien door hun jachten en jagen
Of misschien door hun tienduizend vragen
En ze zijn al zo lang onderweg naar de vrede toe
Daarom zijn de mensen zo moe
11. Wat voor weer zou het zijn in Den Haag
Als ik weg ben, voorgoed uit dit land Als ik woon bij Menton of bij Nice
In een bungalow dicht bij het strand Waar het weer niet zo guur is en vies Lig ik fijn in de zon op mijn rug
Om hij heen bloeit de rozemarijn
Ik wil nooit meer naar Holland terug En ik denk vals: hoe zou het daar zijn Nog zo nat, nog zo kil?
Wat voor weer zou het zijn in Den Haag Zijn de bomen nog kaal op het Voorhout Wat voor weer is het daar nou vandaag Is het miezerig, mistig en koud
Zijn de wolken weer laag
Valt de regen gestaag
Is lijn negen er nog zo benauwd
Het is een vrij overbodige vraag
Wat voor weer zou het zijn in Den Haag
Wat voor weer zou het zijn in Den Haag Noorderwind met wat nevel uit zee
Op de Denneweg ruikt het nu vaag Naar Couperus en ook naar sate
Zou het pension er nog zijn
Op het Valkenbosplein
Met die mensen uit negentien twee
Is het leven nog altijd zo traag
Wat voor weer zou het zijn in Den Haag
Wat voor weer zou het zijn in Den Haag Wisselvallig met telkens een bui
Wat voor weer is het daar nou vandaag Is het weer voor een vest of een trui
Is er regen vandaag
Waait de wind met een vlaag
Alle voetgangers weg van het Spui En duikt iedereen diep in zijn kraag
12. AAN DE VOET VAN DIE MOOIE WESTER
Ik ben er als kindje geboren
Ik heb er gestoeid en gespeeld
Ik heb er mijn hartje verloren
Ik heb er veel leed mee gedeeld
Maar waar ik ook kom op de aarde
Al is het hier ver ook vandaan
Daar zal ik ze van je vertellen
Van die mooie, de fijne Jordaan

Refrein:
Aan de voet van die mooie Wester
Heb ik vaak in gedachten gestaan
Ik heb er dikwijls staan te dromen
Van die mooie, die fijne Jordaan

Ik droom van de bruggen en grachten
De g’raniums edel van kleur
De porder in de donkere nachten
De schilleman jofel van geur
Ik hoor ze nog schreeuwen die knapen:
Van mosselen fijn in ’t zuur
’t Water dat loopt langs m’n tanden
En mijn hartje geraakte vol vuur

Refrein

Al komen er ook grijze haren
Met rimpels van zorgen misschien
Toch blijf ik zo fier als een tijger
Toch wil ik jou eenmaal nog zien
En klinkt straks het klokje van scheiden
Al moet ik straks kreupel ook gaan
Om waar ‘k ben geboren te sterven
In jouw fijne en fiere Jordaan

Refrein

13. ALS STERREN AAN DE HEMEL STAAN
Jij bent onvervangbaar
Mijn grootste geluk
Jij bent mij zo dierbaar
Mijn grootste geluk
Nee, ik kan jou niet missen
Geen minuut van de dag
Jij hoort hier in mijn leven
Jij hebt mij geluk gebracht

Refrein:
Als sterren aan de hemel staan
Dan sta ik weer even stil
Dan weet ik echt wat ik wil
Dat is alleen maar jou
Als sterren aan de hemel staan
Zijn woorden ineens zo koel
Dan telt alleen één gevoel
Dat ik veel van je hou

Ik heb vaak liggen dromen
Over een toekomst met jou
Nou ze zijn uitgekomen
Al die dromen van jou
Jij gaf mij al jouw liefde
Sloeg een arm om me heen
Eén ding weet ik echt zeker
Ik ben nooit meer alleen

Refrein

Wij tweeën samen is liefde tot in eeuwigheid
Want dat gevoel raak ik echt nooit meer kwijt

Refrein

14. HET DORP
Thuis heb ik nog een ansichtkaart
Waarop een kerk, een kar met paard
Een slagerij J. van der Ven
Een kroeg, een juffrouw op de fiets
‘t Zegt u hoogstwaarschijnlijk niets
Maar het is waar ik geboren ben
Dit dorp, ik weet nog hoe het was
De boerenkind'ren in de klas,
Een kar die ratelt op de keien
‘t Raadhuis met een pomp ervoor
Een zandweg tussen koren door
Het vee, de boerderijen

Refrein:
En langs het tuinpad van m’n vader
Zag ik de hoge bomen staan
Ik was een kind en wist niet beter
Dan dat ’t nooit voorbij zou gaan

Wat leefden ze eenvoudig toen
In simp'le huizen tussen groen
Met boerenbloemen en een heg
Maar blijkbaar leefden ze verkeerd
‘t Dorp is gemoderniseerd
En nou zijn ze op de goeie weg
Want ziet hoe rijk het leven is
Ze zien de televisiekwis
En wonen in betonnen dozen
Met flink veel glas, dan kun je zien
Hoe of het bankstel staat bij Mien
En d'r dressoir met plastic rozen

Refrein

De dorpsjeugd klit wat bij elkaar
In minirok en beatlehaar
En joelt wat mee met beatmuziek
Ik weet wel, ‘t is hun goeie recht
De nieuwe tijd, net wat u zegt
Maar het maakt me wat melancholiek
Ik heb hun vaders nog gekend
Ze kochten zoethout voor een cent
Ik zag hun moeders touwtje springen
Dat dorp van toen, het is voorbij
Dit is al wat er bleef voor mij
Een ansicht en herinneringen.

Refrein:
Toen ‘k langs het tuinpad van m'n vader
De hoge bomen nog zag staan
Ik was een kind, hoe kon ik weten
Dat dat voorgoed voorbij zou gaan

15. ’t KLEINE CAFÉ AAN DE HAVEN
De avondzon valt over straten en pleinen
De gouden zon zakt in de stad
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen
Ze hebben de dag weer gehad
De neonreclame die knipoogt langs ramen
Het motregent zachtjes op straat
De stad lijkt gestorven, toch klinkt er muziek
Uit een deur die nog wijd open staat

Refrein:
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree
Daar in dat kleine café aan de haven
daar telt je geld of wie je bent niet meer mee

De toog is van koper toch ligt er geen loper
De voetbalclub hangt aan de muur
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox
Een pilsje dat is er niet duur
Een mens is daar mens, rijk of arm, 't is daar warm
Geen monsieur of madam, maar wc.
Maar ‘t glas is gespoeld in het helderste water
Ja, 't is daar een heel goed café

Refrein

De wereldproblemen die zijn tussen
Twee glazen bier opgelost voor altijd
Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening
Of je staat in het krijt
Het enige wat je aan eten kunt krijgen
Dat is daar een hardgekookt ei
De mensen die zijn daar gelukkig gewoon
Ja de mensen die zijn daar nog blij

Refrein

16. DE CLOWN
Hij was maar een clown, in 't wit en in 't rood
Hij was maar een clown, maar nu is hij dood
Hij lachte en sprong, in 't felgele licht
Maar onder die lach zat een droevig gezicht

Refrein:
De herinnering blijft, aan die clown met z'n lach
Hij heeft alles gegeven, tot de laatste dag
Niemand kende de pijn van zijn stille verdriet
Want er was op het einde niemand die hij verliet

Hij woonde alleen, in een wagen van hout
Hij was maar een clown en zo werd hij oud
Z'n hoed was te klein en z'n schoenen te groot
Hij was maar een clown, maar nu is hij dood

Refrein

Op een avond, hij viel, net als elke keer
Het publiek lachte luid, maar voor hem was het uit
Hij was maar een clown, in 't wit en 't rood
Hij was maar een clown, maar nu is hij dood

Refrein (2 x)

17. HET IS WEER VOORBIJ DIE MOOIE ZOMER
Na-na-na naa na naa
Na na-na na-na naa na-naa
Na-na-na-na-na na-na na naa na
Na-na naa na na-na-na-na-na-na-na-na-na-na-naa
Je hebt 'r maandenlang naar uitgekeken
De kouwe winter wou maar eerst niet om
Traag en langzaam kropen langs de weken
Maar eindelijk daar was 'ie toch de zon
De nachten kort, de dagen lang
De ochtend vol van vogelzang
'T Scherpe hoge zoemen van een mug
Dan denk je: "Ha, daar is-t-ie dan"
Dit wordt minstens een zomer van een eeuw
Maar lieve mensen, oh, wat gaat 't vlug
'T Is weer voorbij die mooie zomer
Die zomer die begon zowat in mei
Ha, je dacht dat er geen einde aan kon komen
Maar voor je 't weet is heel die zomer alweer lang voorbij
De wereld was toen vol van licht en leven
Van haringgeur vermengd met zonnebrand
'N Parasol om 't felle licht te zeven
En in je kleren schuurde zacht 't zand
We speelden golf en jeu de boules
We zonden zalig in een stoel
We dreven met een vlot op de rivier
We werden wekenlang verwend
Maar ach, aan alles komt 'n end
Nu zit ik met m'n dia's in de regen hier
'T Is weer voorbij die mooie zomer
Die zomer die begon zowat in mei
Ha, je dacht dat er geen einde aan kon komen
Maar voor je 't weet is heel die zomer alweer lang voorbij
Na-na-na naa na naa
Na na-na na-na naa na-naa
Na-na-na-na-na na-na na naa na
Na-na naa na na-na-na-na-na-na-na-na-na-na-naa
Herfst verkleurt weer langzaam alle bomen
'K Heb 's nachts allang weer m'n pyjama an
Dan had je 's in juli moeten komen
Toen sliepen we 's nachts buiten op 't strand
En 's morgens vissen in de zon
En zwemmen zover als je kon
We voeren met 'n boot 'n end op zee
'T Is jammer dat 't over ging
'T Is allemaal herinnering
Daar doen we 't dan de hele winter maar weer mee
'T Is weer voorbij die mooie zomer
Die zomer die begon zowat in mei
Ha, je dacht dat er geen einde aan kon komen
Maar voor je 't weet is heel die zomer alweer lang voorbij
Na-na-na naa na naa
Na na-na na-na naa na-naa
Na-na-na-na-na na-na na naa na
Na-na naa na na-na-na-na-na-na-na-na-na-na-naa
Na-na-na naa na naa
Na na-na na-na naa na-naa
Na-na-na-na-na na-na na naa na
Na-na naa na na-na-na-na-na-na-na-na-na-na-naa
18. Zoutelande
Niets is beter dan met jou de kou trotseren
Er zijn mensen die naar warme landen emigreren
Maar we hebben geen geld in onze koude handen
Dus we gaan maar naar je ouders in Zoutelande, in Zoutelande
En dan zitten we hier in het oude strandhuis
Wat je vertelt, houdt me nuchter en warm
Boven m'n hoofd zie ik de grijze wolken
Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
Wij zitten hier in het gammele strandhuis
Maakte me toch al nooit uit waar we waren
We verzuipen onszelf in de drank van je vader
Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
Niets is mooier dan met jou het land doorkruisen
Op mistroostige plekken je bij me te hebben
En te zien dat het goed is, te zien dat we bruisen
En met wodka en met bokking tussen reddingsbanden (a-ha)
En dan zitten we hier in het oude strandhuis
Wat je vertelt, houdt me nuchter en warm
En boven m'n hoofd zie ik de grijze wolken
Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
Wij zitten hier in het gammele strandhuis
Maakte me toch al nooit uit waar we waren
We verzuipen onszelf in de drank van je vader
Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
Ik ben blij dat je hier bent
Ik ben blij dat je hier bent
Ik ben blij dat je hier bent
Ik ben blij dat je hier bent
En dan zitten we hier in het oude strandhuis
Wat je vertelt, houdt me nuchter en warm
Boven m'n hoofd zie ik de grijze wolken
Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
Ik ben blij dat je hier bent
Ik ben blij dat je hier bent
Ik ben blij dat je hier bent
Wij zitten hier in het gammele strandhuis
Maakte me toch al nooit uit waar we waren
We verzuipen onszelf in de drank van je vader
Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent
In Zoutelande
In ZoutelandeDe
19. RITME VAN DE REGEN
Zachtjes tikt de regen op mijn zolderraam
Ritme van de eenzaamheid
Die regen zegt: “we waren zo gelukkig saam”
Maar nu is dat verleden tijd
De regen valt bij stromen, 't is een trieste dag
Want je liet me staan, alleen
Ik ken nu de betekenis van tegenslag
Omdat je met mijn hart verdween
Kom, vertel me regen wat je doet
Zeg maak je 't tussen ons een beetje goed?
‘k Heb niks aan een ander
Want ik hou alleen maar van haar
De regen valt bij stromen, 't is een trieste dag
Want je liet me staan, alleen
Ik ken nu de betekenis van tegenslag
Omdat je met m’n hart verdween
Muzikaal intermezzo
Kom, vertel me regen wat ik voel
Maak haar hartje vurig want ze is zo koel
Vraag beste regen aan de zon
Hoe of je dat doet
Zachtjes tikt de regen op mijn zolderraam
't Ritme van de eenzaamheid
Die regen zegt: ‘’we waren zo gelukkig saam”
Maar nu is dat verleden tijd
O, luister naar die regenbui, pidder pedder, etc.
20. BLOEDRODE KRALEN
’t Snoertje met bloedrode kralen
Dat m’n grootmoe al droeg in haar jeugd
Zou urenlang kunnen verhalen
Over jaren van weemoed en vreugd
Ik kreeg het van haar
En kijk ik er naar
Dan zie ik een beeld uit die tijd
Dat snoertje met bloedrode kralen
Wil ik van m’n leven niet kwijt

SOLO (KOOR MEENEURIËN)

Op m’n zeventiende jaar
Kreeg ik dit geschenk van haar
En ik weet nog hoe ze zachtjes zei:
“Als je ’t draagt, denk aan mij”
Grootmoe is niet meer op aard
Maar van haar bleef iets bewaard
‘t Is ‘t mooiste souvenir voor mij
Hierdoor blijft zij me altijd bij

Dat snoertje met bloedrode kralen
Dat m’n grootmoe al droeg in haar jeugd
Zou urenlang kunnen verhalen
Over jaren van weemoed en vreugd
Ik kreeg het van haar
En kijk ik er naar
Dan zie ik een beeld uit die tijd
Dat snoertje met bloedrode kralen
Wil ik van m’n leven niet kwijt

21. PETER
Wie maakt dat ik niets meer lust
Wie verstoort mijn rust
Ja dat is Peter, ja dat is Peter
Waarom doe ik alles fout
Ben ik warm of koud
Dat komt door Peter, dat komt door Peter
Peter is mijn ideaal
Grijze trui en rode sjaal
Blauwe ogen, donker haar
Groot en knap en achttien jaar
Peter vindt de meisjes dom
Kijkt niet naar ze om
Want zo is Peter, want zo is Peter
Peter, Peter zie je niet
Dat ik ziek ben van verdriet
Peter, ik ben verliefd

Peter zit in de hoogste klas
Ik wou dat ik zo ver al was
Maar als hij dan eens naar mij keek
Was ik totaal van streek

Refrein
Peter is mijn ideaal
Grijze trui en rode sjaal
Blauwe ogen, donker haar
Groot en knap en achttien jaar
Peter vindt de meisjes dom
Kijkt niet naar ze om
Want zo is Peter, want zo is Peter
Peter, Peter zie je niet
Dat ik ziek ben van verdriet
Peter, ik ben verliefd

22. O JOHNNY ZING EEN LIEDJE VOOR MIJ
Ik heb je zo vaak horen zingen
Jouw stem hoor ik haast iedere dag
Maar een ding wou ik je nog vragen
Ik heb maar een wens als het mag

Oh Johnny zing een liedje voor mij alleen
Oh Johnny want voor mij ben je nummer een
Zing een lied met een lach en een traan
In je stem klinkt de hele Jordaan
Oh oh oh Johnny zing een liedje voor mij alleen
Oh Johnny zing het zacht voor je heen
Dan voel ik spontaan
Mijn hart open gaan
Oh Johnny voor onze Jordaan

Je zingt over jouw Westertoren
Die jij in gedachten ziet staan
Jouw stem is voor mij als een parel
De parel van onze Jordaan

Oh Johnny zing een liedje voor mij alleen
Oh Johnny want voor mij ben je nummer een
Zing een lied met een lach en een traan
In je stem klinkt de hele Jordaan
Oh oh oh Johnny zing een liedje voor mij alleen
Oh Johnny zing het zacht voor je heen
Dan voel ik spontaan
Mijn hart open gaan
Oh Johnny voor onze Jordaan

Dan voel ik spontaan
Mijn hart open gaan
Oh Johnny voor onze Jordaan

23. AAN DE AMSTERDAMSE GRACHTEN
Er staat een huis aan de gracht in oud Amsterdam
Waar ik als jochie van acht bij grootmoeder kwam
Nu zit een vreemde meneer in 't kamertje voor
En ook die heerlijke zolder werd tot kantoor

Alleen de bomen dromen
Hoog boven ’t verkeer
En aan ’t water gaat er
Een bootje, net als weleer

Refrein:
Aan de Amsterdamse grachten
Heb ik heel mijn hart voor altijd verpand
Amsterdam vult mijn gedachten
Als de mooiste stad in ons land
Al die Amsterdamse mensen
Al die lichtjes 's avonds laat op het Plein
Niemand kan zich beter wensen
Dan een Amsterdammer te zijn

‘k Heb veel gereisd en al vroeg de wereld gezien
En nimmer kreeg ik genoeg van ’t reizen nadien
Maar ergens bleef er een sterk verlang in mij
Naar Hollands kust en de stad aan Amstel en IJ

Waar oude bomen dromen
Hoog boven ’t verkeer
En over ’t water gaat er
Een bootje, net als weleer

Refrein

24. Delft Calypso
25. De Noorderzon scheen
Toen hij de deur dicht deed
met het paspoort in zijn jas
had zij totaal geen weet
en stond de snelkookpan op 't gas
ze zouden zo gaan eten
de vier placemats lagen klaar
daar stonden oude auto's op
maar hij droeg halflang haar
ze hadden het zo goed
ze hoefden niets te laten staan
hij deed iets in computers
dus dat was een prima baan
plus twee gezonde kinderen
en financieel nooit klem
hun dochter leek zo leuk op haar
het jongetje op hem

(refr.)
Maar hij verdween
nergens heen
't was op een maandag
toen hij verdween
nergens heen
de noorderzon scheen

Hij kreeg die drang wel vaker
en dan hij ging hij onder het mom
van even met de hond uit
soms wel negen straatjes om
wanneer hij nuchter thuis kwam
dan lag zij alvast in bed
ze vreeí«n zich tevreden
of hij nam een slaaptablet
maar deze maandag hing er iets
meeslepends in de lucht
het kroop bij hem naar binnen
en het joeg hem op de vlucht
voor het geluk en voor de zekerheid
en voor een oude dag
hij wou een ander leven
dat niet uitgestippeld lag

refr.)

De hele weg naar Schiphol
had hij ogen in zijn rug
die negen jaren huwelijk
hij keek er vreemd op terug
hij was al gauw veranderd
en die ander zou wel zien
of ijsland of in canada
hij had een milles of tien
hij voelde zich zo'n twintig,
nu opnieuw alleen van huis
de plastic beker koffie smaakte
half zo goed als thuis
en hij vond een wollen wantje
van zijn zoontje in zijn zak
toen scheelde het even weinig
of hij huilde en hij brak

(refr.)

26. LA MAMMA
27. Indische MEDLEY
Nina bobo, oh Nina bobo
Kalau ay nda' bobo di gigit nyamuk
Marilah bobo ya noni manis
Kalau ay nda' bobo di gigit nyamuk
Nina bobo, oh Nina bobo
Kalau ay nda' bobo di gigit nyamuk
Marilah bobo ya noni manis
Kalau ay nda' bobo di gigit nyamuk

Terang Bulang de maan schijnt over Java
En aan het strand zit Nonja heel alleen
Zij denkt nog altijd aan haar Tuan Blanda
Die met zijn schip zo ver van haar verdween

Toean dan njonja
Sinjo sinjo dan noni
Kami soedah berenti besok maen lagi
Toean dan njonja
Sinjo dan noni, kami ini soedah berenti
Toean dan nonja sinjo dan noni besok
maen lagi

28. DAAR BIJ DE WATERKANT
Ik heb je voor het eerst ontmoet
Daar bij de waterkant, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant
Ik heb je voor het eerst ontmoet
Daar bij de waterkant, daar bij de waterkant

Ik vroeg of jij me kussen wou
Daar bij de waterkant, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant
Ik vroeg of jij me kussen wou
Daar bij de waterkant, daar bij de waterkant

Je kreeg een kleurtje en zei: nee
Hoe komt u op ’t idee
U bent beslist abuis
Maar na verloop van nog geen jaar
Werden wij een paar
Stonden wij samen op de stoep van het stadhuis

Ik heb je voor het eerst ontmoet
Daar bij de waterkant, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant
Ik heb je voor het eerst ontmoet
Daar bij de waterkant, daarbij de waterkant


Ik vroeg of jij me kussen wou
Daar bij de waterkant, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant
Ik vroeg of jij me kussen wou
Daar bij de waterkant, daar bij de waterkant

Je kreeg een kleurtje en zei: nee
Hoe komt u op ’t idee
U bent beslist abuis
Maar na verloop van nog geen jaar
Werden wij een paar
Stonden wij samen op de stoep van het stadhuis

Ik heb je voor het eerst ontmoet
Daar bij de waterkant, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant
Ik heb je voor het eerst ontmoet
Daar bij de waterkant, daarbij de waterkant
Daar bij de waterkant
Daar bij de waterkant
Daar bij de waterkant…

30. HUILEN IS VOOR JOU TE LAAT
Huilen is voor jou te laat, ik kom niet meer
Wacht maar niet op mij, het is de laatste keer
Dat je mij bedrogen hebt, het is te laat
Want mijn liefde voor jou dat is nu toch enkel haat

Alles wat ik had gaf ik aan jou alleen
Maar je ging toch steeds weer naar die andere heen
Nooit kom ik nog terug bij jou zoals weleer
Huilen is nu voor jou te laat, nee, ik kom niet meer


Ik hoop dat jij gelukkig met die ander bent
Ik heb die mooie uren ook met jou gekend
Maar eens dan komt de dag voor haar net als voor mij
Want wat jij liefde noemt dat gaat ineens voorbij


Alles wat ik had gaf ik aan jou alleen
Maar je ging toch steeds weer naar die andere heen
Nooit kom ik nog terug bij jou zoals weleer
Huilen is nu voor jou te laat, nee, ik kom niet meer
Huilen is nu voor jou te laat, nee, ik kom niet meer

31.DANS NOG EENMAAL MET MIJ
Iedere dans
Is een kans, dat ik vraag
Zeg, wil je niet graag altijd bij me zijn
Want je weet
Ik vergeet nooit de dag waarop ik je zag in de maneschijn
Maar ik denk altijd weer aan wat jij die avond
Zachtjes tot me zei
Oh darling, dans nog eenmaal met mij
Iedere keer
Zie ik weer, hoe je zacht
Een ander toelacht als hij danst met jou
En ik weet
Dat is 't mooiste moment dat 'k heb gekend toen 'k je kussen wou
Maar ik denk altijd weer aan wat jij die avond
Zachtjes tot me zei
Oh darling, dans nog eenmaal met mij
Want ik kan niet leven zonder jou
Sla je arm dus om me heen
Omdat ik toch alleen van jou maar hou
Ik voel me zo alleen
Solo
Want ik kan niet leven zonder jou
Sla je arm dus om me heen
Omdat ik toch alleen van jou maar hou
Ik voel me zo alleen
En ik denk altijd weer aan wat jij die avond
Zachtjes tot me zei
So darling, save the last dance for me
So darling, save the last dance for me
So darling, save the last dance for me...
32. KETELBINKIE
Toen wij van Rotterdam vertrokken
Met de 'Edam', een ouwe schuit
Met kakkerlakke in de midscheeps
En rattennesten in het vooruit

Toen hadde wij een kleine jonge
Als ketelbink bij ons an boord
Die voor de eerste keer naar zee ging
En nooit van haaien had gehoord

Die van z'n moeder an de kade
Wat schuchter lachend afscheid nam
Omdat ie haar niet durfde zoene
Die straatjongen uit Rotterdam

Hij werd gescholden door de stokers
Omdat ie van den eerste dag
Toen we maar net de pier uit waren
al zeeziek in het Voxhol lag

En met jenever en citroenen
Werd hij weer op de been gebracht
Want zieke zeelui zijn nadelig
En brengen schade aan de vracht

Als 'ie dan sjouwend met ze ketels
Van de kombuis naar voren kwam
Dan was het net een brokkie wanhoop
Die straatjongen uit Rotterdam

Wanneer ie 's avonds in ze kooi lag
En na z'n sjouwen eindelijk sliep
Dan schold de man die wacht te kooi had
Omdat ie om z'n moeder riep

Toen is ie op een mooie morgen
't Was in den Stille Oceaan
Terwijl ze brulden om hun koffie
Niet van z'n kooigoed opgestaan

En toen de stuurman met kinine
En wonderolie bij hem kwam
Vroegt 'ie een voorschot op ze gage
Voor 't ouwe mens in Rotterdam

In zeildoek en met roosterbaren
Werd hij dien dag op het luik gezet
De kapitein lichtte z'n petje
En sprak met grogstem een gebed

En met een een,twee, drie in Godsnaam
ging het ketelbinkie overboord
Die het ouwetje niet dorst te zoenen
Omdat dat niet bij zeelui hoort

De man een extra mokkie schoot an
En het ouwe mens een tellegram
Dat was het einde van een zeeman
Die straatjongen uit Rotterdam

33. WEET JE NOG WEL, DIE AVOND IN DE REGEN?
Jij stond op een tram te wachten
k Zag je in de verte staan
Toen keek ik je aan, je lachte
Samen zijn we voortgegaan

Weet je nog wel
Die avond in de regen
't Was al over negen
En we liepen heel verlegen
Samen Onder moeders paraplu
Weet je nog wel
Hoe jij daar stond te wachten
Vanaf kwart voor achten
Hoe we beiden vrolijk lachten
Samen Onder moeders paraplu

Je wangen waren nat
En je haar was nat
We trapten samen in een plas
Je merkte het niet eens
Omdat dat moment
Het mooiste van je leven was

En terwijl wij plannen maakten
Kuste ik je keer op keer
Toen we uit de droom ontwaakten
Regende 't allang niet meer

Weet je nog wel
Die avond in de regen
't Was al over negen
En we liepen heel verlegen
Samen Onder moeders paraplu
Weet je nog wel
Hoe jij daar stond te wachten
Vanaf kwart voor achten
Hoe we beiden vrolijk lachten
Samen Onder moeders paraplu
Je wangen waren nat
En je haar was nat
We trapten samen in een plas
Je merkte het niet eens
Omdat dat moment
Het mooiste van je leven was

Weet je nog wel
Die avond in de regen
Hoe we beiden zwegen
Heel verliefd en heel verlegen
Samen Onder moeders paraplu
Onder moeders paraplu

34 ALS DE NACHT VERDWIJNT
Ik weet niet meer wat ik doe
Waar moet dat toch nou naar toe
Soms loop ik maar te dromen
Het is een ratjetoe
Mijn leven was naar de maan
Meteen toen ik jou zag staan
Wat mij is overkomen
Kan ik niet langer aan
Als de nacht verdwijnt en de zon weer schijnt
Als ik jou zo zie klinkt een symfonie
En je weet hoeveel ik van je hou
Heel mijn hart staat open voor jou
Als de nacht verdwijnt en de zon weer schijnt
Als ik jou zo zie klinkt een symfonie
En je weet hoeveel ik van je hou
Heel mijn hart staat open voor jou
Een glimlach van jou alleen
Dat houdt me wel op de been
Zo blond met blauwe ogen
Zo zie je d'r maar een
Jij vroeg me toen voor een dans
Ik voelde dit is mijn kans
Het moest er maar van komen
Wij zweefden als in trance
Als de nacht verdwijnt en de zon weer schijnt
Als ik jou zo zie klinkt een symfonie
En je weet hoeveel ik van je hou
Heel mijn hart staat open voor jou
Als de nacht verdwijnt en de zon weer schijnt
Als ik jou zo zie klinkt een symfonie
En je weet hoeveel ik van je hou
Heel mijn hart staat open voor jou
Jij kan op mij vertrouwen
Mijn hele leven lang
Want ik blijf steeds bij jou
Als de nacht verdwijnt en de zon weer schijnt
Als ik jou zo zie klinkt een symfonie
En je weet hoeveel ik van je hou
Heel mijn hart staat open voor jou
Als de nacht verdwijnt en de zon weer schijnt
Als ik jou zo zie klinkt een symfonie
En je weet hoeveel ik van je hou
Heel mijn hart staat open voor jou
35. WE ZULLEN DOORGAAN
We zullen doorgaan
Met de stootkracht van de milde kracht
Om door te gaan
In een sprakeloze nacht
We zullen doorgaan
We zullen doorgaan
We zullen doorgaan
Tot we samen zijn
We zullen doorgaan
Met de wijfelende zekerheid
Om door te gaan in een sprakeloze tijd
We zullen doorgaan
We zullen doorgaan
We zullen doorgaan
Tot we samen zijn
We zullen doorgaan
Met het zweet op ons gezicht
Om alleen door te gaan
In een loopgraaf zonder licht
We zullen doorgaan
We zullen doorgaan
We zullen doorgaan
Tot we samen zijn
We zullen doorgaan
Telkens als we stil staan
Om weer door te gaan
Naakt in de orkaan
We zullen doorgaan
We zullen doorgaan
We zullen doorgaan
Tot we samen zijn
We zullen doorgaan
Als niemand meer verwacht
Dat we weer doorgaan
In een sprakeloze nacht
We zullen doorgaan
We zullen doorgaan
We zullen doorgaan
Tot we samen zijn
36. OMDAT IK ZOVEEL VAN JE HOU
Je bent niet mooi je bent geen knappe vrouw
jouw nagels zijn voortdurend in de rouw
toch wil ik van geen ander weten
omdat ik zoveel van je hou

Al zit je pak niet altijd eerste klas
toch ben ik danig met jou in m'n sas
wil van een ander nooit iets weten
omdat ik zoveel van je hou

Dat verdriet
mooi ben je niet
zeker niet als je kijft

Ben geen plaat
schoonheid vergaat
alleen de lelijkheid die blijft
daar moet je maar aan wennen Al zijn je kleren dan niet van satijn
al doe jij echt niet aan de slanke lijn
toch wil ik van geen ander weten
omdat ik zoveel van je hou

Al zijn je haren slecht gepermanent
en is 't gebruik van zeep jou onbekend
toch zal ik jou niet willen ruilen
omdat ik zoveel van je hou

Lef en leed
zoals je weet
deel ik altijd met jou

Ik weet heel goed
hoe jij dat doet
je geeft de narigheid aan mijn
dat heb ik steeds geweten

Al ben je dan ook vaak een rare man
al denk ik soms dat je enkel schelden kan
toch kan slechts maar
Magere Hein ons scheiden
omdat ik zoveel van je hou

37. DE GLIMLACH VAN EEN KIND
Jij bent zo wijs dat zegt een kind
Jij bent zo grijs dat zegt een kind
Jij bent getrouwd dat zegt een kind
Jij bent al oud dat zegt een kind
Dan denk je ja een rimpel meer
Je word al echt een oude heer
Maar voor je denkt hoe moet dat nou
Pakt ze je hand en lacht naar jouw
De glimlach van een kind
Doet je beseffen dat je leeft
De Glimlach Van Een Kind
Dat nog een leven voor zich heeft
Dat leven is de moeite waard
Met soms wel wat verdriet
Maar met liefde geluk
En plezier in 't geschiet
De Glimlach Van Een Kind
Dat met een trein speelt of een pop
Zo'n glimlach maakt je blij
Daar kan geen feest meer tegen op
Wat geeft 't of je ouder word
Dat maakt toch niets meer uit
Want je voelt je gelukkig
Al heb je geen duit
De Glimlach Van Een Kind
Doet je beseffen dat je leeft
De Glimlach Van Een Kind
Dat nog een leven voor zich heeft
Dat leven is de moeite waard
Met soms wel wat verdriet
Maar met liefde geluk
En plezier in 't geschiet
De Glimlach Van Een Kind
Dat met een trein speelt of een pop
Zo'n glimlach maakt je blij
Daar kan geen feest meer tegen op
Wat geeft 't of je ouder word
Dat maakt toch niets meer uit
Want je voelt je gelukkig
Al heb je geen duit
38. Hilversum 3
39. Amsterdams parfum
40. TOEN WAS GELUK HEEL GEWOON
Buiten huilt de wind om 't huis
Maar de kachel staat te snorren op vier
D'r hangt een lapje voor de brievenbus
En in de tochtigste kieren zit papier
We waren heel erg arm
En niemand hield van ons
Maar we hadden thee en nog geen tv
Maar wel radio en lange vingers
We gingen nog in bad, haartjes nat
Nog even op, totdat vader zei: "Vooruit, naar bed"
Dan kregen we een kruik mee
Gezichten op 't behang
Maar niet echt van binnen bang
Toen was geluk
Heel gewoon
Buiten huilt de wind om 't huis
Maar moeder breidt een warme sjaal
En het ganzenbord op tafel
Stond er de volgende morgen nog helemaal
Ook gingen wij naar 't bos
Daar zijn we toen verdwaald
Van de weg geraakt, carrière gemaakt
Heel die pannenkoekensmaak vergeten
En Nederland herrees
Onder Drees
Fanny Blankers Koen
Die won vier maal goud in Londen
Als je jokte was dat zonde
De legpuzzel was klaar
In dat derde vredesjaar
Toen was geluk
Heel gewoon
Een schooltas bleek het eerste teken
Dat de zaak al was bekeken
Voor zover
Je zonder plichtsbesef
Je leven leed
Je leven leed
Buiten huilt de wind om 't huis
Maar binnen stond de kolenkit paraat
En de stoep waarop geknikkerd werd
Was het belangrijkste stukje straat
En Nederland was groot
En niemand ging nog dood
En gezelligheid kende nauwelijks tijd
Bij waxinelichtjes van Verkade
We gingen nog in bad, haartjes nat
Nog even op, totdat vader zei: "Vooruit, naar bed"
Dan kregen we een kruik mee
Gezichten op 't behang
Maar niet echt van binnen bang
Toen was geluk
Heel gewoon
Toen was geluk
Heel gewoon
41. WILDE ORCHIDEE
refr.:
Je bent als een wilde orchidee
Die niets dan de zonzijde ziet
Je brak vele harten en ook dat van mij
Je liefde en trouw waren spoedig voorbij
Je bent als een wilde orchidee
Die slechts van bewondering leeft
Toch komen de tijden dat men je gaat mijden
Weet dan dat nog een om je geeft

Al heb ik ook nog zoveel meisjes gekend
Jij steeg naar mijn hoofd gelijk wijn
Je hebt mij niet lang met je liefde verwend
Toch zal er geen ander ooit zijn

refr.

Je bent als een wilde orchidee
Die slechts van bewondering leeft
Toch komen de tijden dat men je gaat mijden
Weet dan dat nog een om je geeft

42. DROOMLAND
Heerlijk land van mijn dromen
Ergens hier ver vandaan
Waar ik zo graag wil komen
Daar waar geen leed kan bestaan
Droomland droomland
Oh ik ver- lang zo naar droomland
Daar is steeds vree
Dus ga met mij mee
Samen naar 't heerlijke droom- land
Zwerver gij vindt daar vrede
Zieke gij kent geen pijn
Daar wordt geen strijd ge- streden
Daar waar mijn broeders nog zijn
Droomland droomland
Oh ik ver- lang zo naar droomland
Daar is steeds vree
Dus ga met mij mee
Samen naar 't heerlijke droom- land
Daar is steeds vree
Dus ga met mij mee
Samen naar 't heerlijke droom-land
Droomland droomland
Oh ik ver- lang zo naar droomland
Daar is steeds vree
Dus ga met mij mee
Samen naar 't heerlijke droom- land
43. DIEP IN MIJN HART
Diep in mijn hart, kan ik niet boos zijn op jou,
Blijf ik je toch altijd trouw,
Dat mag je heus wel weten.
Diep in mijn hart, is er maar één dat ben jij
Jij bent toch alles voor mij,
Zal je dat nooit vergeten.
Want jij bent heus niet slecht,
Wat ook een ander van je zegt.
Liefling, denk toch eens aan
Saam door het leven te gaan.
Heb dan je liefde voortaan diep in mijn hart.
Wat een ander van je zegt, kan me niet schelen,
Laat ze maar praten, trek me er niets van aan.
Want een misstap in 't leven maken zo velen,
Haast ieder mens heeft wel een fout begaan.
Want jij bent heus niet slecht,
Wat ook een ander van je zegt.
Liefling, denk toch eens aan,
Saam door het leven te gaan,
Heb dan je liefde voortaan, diep in mijn hart.
44. POTPOURRI
45. HOE JE HEETTE, DAT BEN IK VERGETEN

Hoe je heette dat ben ik vergeten
Maar je ogen vergeet ik nooit meer
'k Droom nog altijd, dat wil ik wel weten
Op een avond, dan zie ik je weer
Want geen ander is er daarna nog geweest voor mij
Toen ik afscheid nam van jou ging het geluk voorbij
Hoe je heette dat ben ik vergeten
Maar je kussen vergeet ik nooit meer
't Was in een kleine badplaats
De zee was er blauw
Daar danste ik die avond
Zo heerlijk met jou
Hoe je heette dat ben ik vergeten
Maar je ogen vergeet ik nooit meer
'k Droom nog altijd, dat wil ik wel weten
Op een avond, dan zie ik je weer
Want geen ander is er daarna nog geweest voor mij
Toen ik afscheid nam van jou ging het geluk voorbij
Hoe je heette dat ben ik vergeten
Maar je kussen vergeet ik nooit meer
Want geen ander is er daarna nog geweest voor mij
Toen ik afscheid nam van jou ging het geluk voorbij
Hoe je heette dat ben ik vergeten
Maar je kussen vergeet ik nooit meer
46. Samen zijn
47. Foxy foxtrot
48. ZING, VECHT, HUIL, BID, LACH, WERK EN BEWONDER
Voor degene in z'n schuilhoek achter glas
Voor degene met de dichtbeslagen ramen
Voor degene die dacht dat-ie alleen was
Moet nu weten, we zijn allemaal samen

Voor degene met 't dichtgeslagen boek
Voor degene met de snelvergeten namen
Voor degene met 't vruchteloze zoeken
Moet nu weten, we zijn allemaal samen

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Niet zonder ons

Voor degene met z'n slapeloze nacht
Voor degene die 't geluk niet kan beamen
Voor degene die niets doet, alleen maar wacht
Moet nu weten, we zijn allemaal samen

Voor degene met z'n mateloze trots
op z'n risicoloze hoge toren
Op z'n risicoloze hoge rots
Moet nu weten, zo zijn we niet geboren

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Niet zonder ons

Voor degene met z'n open gezicht
Voor degene met 't naakte lichaam
Voor degene in 't witte licht
Voor degene die weet, we komen samen

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Niet zonder ons

49. OP EEN MOOIE PINKSTERDAG
Op een mooie Pinksterdag
Als het even kon
Liep ik met mijn dochter aan het handje in het parrekie te kuieren in de zon
Gingen madeliefjes plukken
Eendjes voeren
Eindeloos
Kijk nou toch, je jurk wordt nat
Je handjes vuil
En papa boos
Vader was een mooie held
Vader was de baas
Vader was een duidelijke mengeling van Onze Lieve Heer en Sinterklaas
Ben je bang voor 't hondje
Hondje bijt niet
Papa zegt dat ie niet bijt
Op een mooie Pinksterdag
Met de kleine meid
Als het kindje groter wordt
Roossie in de knop
Zou je tegen alle grote jongens willen zeggen: handen thuis en lazer op
Hebbu dat nou ook meneer?
Jawel, meneer
Precies als iedereen
Op een mooie Pinksterdag
Laat ze je alleen
Morgen kan ze zwanger zijn
'T Kan ook nog vandaag
'T Kan van de behanger zijn of van een Franse zanger zijn
Of iemand uit Den Haag
Vader kan gaan smeken
En gaan preken
Tot hij purper ziet
Vader zegt: pas op, m'n kind
Dat hondje bijt
Ze luistert niet
Vader is een hypocriet
Vader is een nul
Vader is er enkel en alleen maar voor de centen en de rest is flauwekul
Ik wou dat ik nog één keer
Met mijn dochter
Aan het handje lopen kon
Op een mooie Pinksterdag
Samen in de zon
Op een mooie Pinksterdag
Samen in de zon
Samen in de zon